De Adem Die Zich kenbaar maakte

In “Hij die doet ontstaan Zijn Adem tot ons” werd aangehaald hoe er in de duistere leegte een Stem klonk en met haar Woorden deed ontstaan.

1 In het begin schiep Elohim Hashomayim (de hemel, Himel) en Haaretz (de aarde) 2 En de aarde was tohu vavohu (zonder vorm en leegte); En de duisternis was op het gezicht van de diepte. En de Ruach Elohim zweefde op het gezicht van de wateren. 3 En Elohim zei: Laat er ohr (licht) zijn, en er was ohr (licht) [Tehillim (#Ps 33:6,9)]. 4 En Elohim zag de ohr (het licht), dat het tov (goed) was; En Elohim verdeelde de ohr (licht) van de choshech (duisternis). 5 En Elohim noemde het licht Yom (Dag), en de duisternis noemde Hij Lailah (Nacht). En de erev (avond) en de boker (ochtend) waren Yom Echad [(Dag 1, de Eerste Dag), (#Mk 16:2)]. {Bereshith 1:1-5 OJBV}

Het Opperwezen dat telkens met Zijn Adem Woorden vormde liet door het uitspreken van die Woorden telkens dingen ontstaan, waarbij de uit de rode aarde genomen mens wel het bijzonderst werd behandeld doordat daar Het Wezen de Adem ook door de neusgaten van die figuur liet vloeien en Zijn Wind nishmat chayyim of levensadem gaf. Ook nu nog moet elke mens nog wel doorademd worden. Zonder adem is er geen één die kan leven. Plant, dier en mens leven bij gratie van De Adem en het ademen. Hij, de “Ik ben die ben” die sprak liet door Zijn spreken, met Zijn Logos (Woord) ontstaan.

(24) En G-d zei: Laat de aarde het levende wezen voortbrengen naar zijn soort, vee en kruipende dingen, en beesten der aarde volgens zijn soort; En het was zo. (25) En G-d maakte het beest der aarde volgens zijn soort, en vee volgens hun soort, en alles wat op de aarde kruipt volgens zijn soort; En G-d zag dat het tov was. (26) En G-d zei: Laat ons een mens maken in onze tzelem, naar onze demut of demoot (gelijkheid of gelijkenis); en zij zullen heersen over de vis van de zee en over de gevogelte der lucht en over het vee en over de ganse aarde, En over al het kruipende ding dat op ha’aretz (de aarde) kruipt. {Bereshith 1:24-26 OJBV}

Het Wetboek besluit de scheppingsdagen met de melding dat de “Ik ben die ben” de Hogere of Machtige (Al’lah = God = Machtige of Voorname) als titel mag dragen in die zin dat Hij het is Die met de HaBri’ah alles voorzien heeft.

29 De Ik ben die ben, Al’Lah sprak: “Hinei (Zie), ik heb jullie gegeven, al het zaaddragend gewas op het gezicht van Kolhar’etetz (de hele aarde) en alle bomen, waaraan zaaddragende boomvruchten zijn. Het zal jullie tot voedsel zijn. 30 En voor alle dieren van de aarde, en voor al het gevogelte van de lucht, en voor alle inwoners van het land die er zijn, zal de ziel van het beest leven; en zal het groene gewas tot voedsel zijn. Zo gebeurde.

31 En God zag alles wat hij had gedaan, en zie, het was tov me’od (zeer goed), en het was avond en het was ochtend. Yom Shishi (Dag zes, de zesde dag). {Bereshith 1:29-31 WBvG}

De Bore had een Plan met Zijn schepping. Daarin had Hij ook de mens een plaats gegeven waarbij Hij ook graag zag dat de mens besef zou hebben van die Gever van leven. Want zonder Die Adem, zonder Dat Zijn is er geen leven mogelijk. De Bore is het Zijn of het Wezen zelf, en op die manier de Bron van alle leven. Het is ook die aanwezigheid of afwezigheid van De Ruach of Adem die de persoonlijkheid zal bepalen. Elke afstammeling van die eerste tot leven gevormde klomp aarde zal door de in hen vloeiende adem gevormd worden.

(7) en Hashem Elohim vormde de adam van de aphar min haadamah, en ademde in zijn neusgaten de nishmat chayyim; En de adam werd een nefesh chayyah. (8) En Hashem Elohim plantte een gan (tuin) oostwaarts in Eden; En daar zette hij de adam, die hij had gevormd. (9) En uit de adamah (grond) deed Hashem Elohim (T.N., vers 5) Kol etz (elke boom) opspringen welke aangenaam is voor het zicht en voor voedsel; De Etz HaChayyim (Boom van het Leven) ook in het midden van de tuin en de Etz HaDa’as Tov v’Rah [zie (#Ge 3:22), dat wil zeggen deze die morele autonomie voor stelt; tegenover (#Ex 9:20-21) waar de Dvar Hashem (Woord van de Naam = Woord van God) de leidraad van het leven is, zelfs voor de heidenen]. {Bereshith 2:7-9 OJBV}

Voor elke mens, gelovig of niet, kan tot in de diepte Die Adem zitten en voelbaar zijn. Zo zal elke mens in staat gesteld worden te denken en te voelen om zo al of niet die gedachten aan zijn Maker naar boven te laten komen en “uit te ademen”.

Zelfs na de zonde van Adam, Eva en Kaïn bleef de Elohim Hashem nog diep in hun gedachten. Toch nam het enige tijd in beslag vooraleer er kennis wordt gegeven van de aanbidding door de mensenkinderen van Hem met Zijn Naam.

Wij kunnen lezen:

“En ook bij de ben {zoon } van de ben {zoon } en bij de schoondochter kwam een zoonskind ter geboorte. En deze A’dham werd Shmo Enosh {mensenkind } genaamd. Van toen af werd een beroep op gedaan op de Shem {naam } Hashem {van de Naam } יהוה {Jehovah  }.” {Bereshith 4:26 WBvG}

of

En aan Shet, hem werd ook een ben {zoon } geboren; en hij noemde Shmo Enosh; Toen begon de mens om de Shem (of Sem) van Hashem aan te roepen. {Bereshith 4:26 OJBV}

In het vierde hoofdstuk van het eerste Boek van Moshe, vernemen wij voor het eerst de Naam van de Allerhoogste Die Zich ook kenbaar maakte als de Ehejeh asjer ehejeh (Ik ben wie Ik ben – of: Ik ben wie Ik zal zijn). Belangrijk is daarbij te noteren dat zulk een aanbidding er op wijst dat noch God noch de mens elkaar uitgesloten hadden. Ook al was de mens uit de Gan Eden verstoten, wenste deze, maar ook hun Bore nog met elkaar een innige band. Die band of verbintenis kon door de aanbidding en verering verzegeld worden.

Met het durven uitspreken van Die apart geplaatste Naam wenste het Volk zich ook meer verbonden te voelen en getuigenis af te leggen van haar betrokkenheid en verbondenheid met Die Persoon. Zij die met God verbonden wensten te blijven bleven wandelen met die heilige Naam van God, Jehovah onze God, voor altijd en eeuwig.

Want Kol HaAmmim zal iedereen b’shem Elohav lopen, en wij zullen b’shem Hashem Eloheinu l’olam va’ed lopen.
(Mikah 4: 5 OJBV)

En Ik zal hen versterken [Ephrayim (10: 7)] in Hashem; en zij zullen wandelen in Shmo (Zijn Naam), zegt Hashem.
(Zekaryah 10:12 OJBV)

Het nageslacht van A’dham wist dat ze best bij Jehovah de ware rechtvaardigheid en kracht konden vinden. Ook hadden ze gezien hoe iemand die jaloers werd of woedend op Hem wordt, vol schaamte voor Hem zal moeten verschijnen. Bij Jehovah is het dat de mens beslist ware tzedakot (rechtvaardigheid) en oz (kracht) kan vinden.

Alleen in Hashem, zal van Mij gezegd worden, is tzedakot en oz; zelfs tot Hem zullen mensen komen; en allen die tegen Hem verontwaardigd zijn, zullen beschaamd worden.
(Yeshayahu 45:24 OJBV)

Hoewel wij meestal beschrijvende titels van de Heerlijkheid vinden, zoals „God”, „Soevereine Heer”, „Schepper”, „Vader”, „de Almachtige” en „de Allerhoogste” ,  verlangt de Allermachtigste dat wij Zijn Naam hoog houden. Hij verlangt dat de mensen zullen weten dat Hij, wiens naam Jehovah is, de Enige is, Hij alleen de Allerhoogste over de hele aarde. Wie en Wat Hij is, wordt namelijk alleen in die persoonlijke Naam Jehovah volledig samengevat en tot uitdrukking gebracht. 

 Laat ze da’as hebben dat Gij alleen, Shimcha Hashem, Elyon al kol HaAretz zijt.
(Psa 83:18 OJBV)

Uiteindelijk zal Hij ook de God van de hele aarde worden genoemd.

(5) Ik ben Hashem, en er is geen ander, er is geen Elohim naast Mij; Ik heb je toegerust, hoewel je Mij niet hebt gekend; (6) Dat ze mogen weten van het opkomen van de shemesh, zelfs tot aan de ma’arav (westelijke, ondergaande plaats van de zon), dat er niemand is behalve Mij. Ik ben Hashem {Jehovah}, en er is geen andere [Elohim]. (7) Ik vorm ohr, en creëer choshech; Ik maak shalom, en creëer rah; Ik Hashem {Jehovah} werk al deze dingen. {Yeshayahu 45: 5-7 OJBV}

5  Want uw Oseh (Maker) is uw ba’al (echtgenoot); Hashem Tzva’os Shmo; en uw Go’el is Kadosh Yisroel; De Elohei Kol HaAretz wordt Hij genoemd.{Yeshayahu 54: 5 OJBV}

Onze Grote Maker is “Jehovah van de legermachten”, de Heilige van Israël die het mogelijk maakt dat wij “teruggekocht” worden.

Wij mogen er op aan dat Shet of Seth (de aangestelde of gestelde) door de Elohim geplaatst of gezet is als een

“ander zaad gesteld in de plaats van Abel, omdat Kaïn hem heeft gedood.”

Uit hem waaruit Noach zou voortkomen, kwamen mensen die zuivere offergaven brachten aan Hem Die zij als hun Bore aanzagen. Pas vele eeuwen later zou men over gaan om niet telkens de Naam van God uit te spreken. Maar vast staat dat, in de Oude Hebreeuwse Geschriften (van Genesis tot en met Maleachi) de Naam Jehovah 6823 maal vermeld wordt en dat de Elohim er op stond dat zijn Naam over de hele aarde zou gekend raken.

Zo zal er een tijd komen dat meerdere mensen die Adem van God in zich zullen voelen en Zijn woord kenbaar zullen maken aan anderen, zodat Gods Adem wijd verbreid mensen zal inspireren en tot ware aanbidding zal brengen.

+

Voorgaand

Hij die doet ontstaan Zijn Adem tot ons

Bestaan en moeilijke herkenning van het Hoogste Godheidswezen

++

Aanvullend

  1. Het Geschreven Woord: Logos
  2. Ik ben die ben Ehyeh-Asher-Ehyeh אהיה אשר אהיה
  3. Schepper en Blogger God 1 Leegte en Beweging
  4. Van chaos naar ordelijkheid
  5. De Schepper achter eerste levende wezens
  6. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  7. De Wereld tot stand gekomen door het Woord van God
  8. Begin van leven op aard: schepping of evolutie
  9. Gods vergeten Woord 10 Schepping 2 Schepper en Schepping
  10. Allah, de Barmhartige, de Genadevolle komt alle lof toe
  11. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  12. Bereshith 4:23-26 Het geslacht van Kaïn en van Seth
  13. Fundamenten van het Geloof 5: De mens, geschapen naar Gods beeld en als Zijn gelijkenis
  14. Sterfelijkheid en onsterfelijkheid 1 Levensadem en ziel
  15. Zonder God geen reden, geen doel, geen hoop
  16. Plan van God
  17. Plan van God en wereldvrede
  18. Schepping geschenk van God
  19. EO-directie: ‘Wij geloven in God als Schepper’
  20. Een goddelijk Plan #2 Onvolmaakte Schepping
  21. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #2 Aanroepen van de Naam van God
  22. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #1 Schepper en Zijn profeten
  23. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #5 Gebed #1 Luisteren naar de Souvereine Maker
  24. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #11 Gebed #9 Heiliging van Dé Naam
  25. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #13 Gebed #11 Naam om apart geplaatst te worden
  26. Overdenking: De vertrouwelijke omgang van God is met wie Hem vrezen (Psalm 25:14)
  27. Wat betreft Waarom geloven in God?
  28. Al-Fatiha [The Opening/De Opening] Süra 1:1-3 In the name of Allah the Merciful Lord Of The Creation – In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
  29. Al-Fatiha [De Opening] Surah 1: 1-7 Hulp van God onze Schepper
  30. Al-Fatiha [De Opening] Surah 1: 4-7 Barmhartige Heer van de Schepping om ons de juiste weg te tonen
  31. Mens, mensheid en mensdom
  32. Belangrijkheid van Gods Naam
  33. God over zijn Naam יהוה
  34. Jehovah Wiens Naam heilig is
  35. Schoonheid van heiligheid
  36. Hashem השם, Hebreeuws voor “de Naam”
  37. Aanroepen van Gods Naam
  38. Gebruik van Jehovahs naam
  39. Naam gebruikers
  40. De NIV en de Naam van God
  41. Hoe leest u?: “Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam JHWH ben Ik hun niet bekend geweest.”
  42. Jehovah God Maker van het universum gediend door een getraind leger
  43. Aanbidding
  44. Aanbidden, Aanbidding, Eredienst en Gebed
  45. Breng glorie aan Jehovah God de Allerhoogste
  46. Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste
  47. Looft Jehovah

+++

Verwant

  1. Levensadem
  2. Wat of wie is Bron
  3. Persoonlijkheid
  4. Bijbelvast 2: waar gaat Logos heen?
  5. De heiliging van Gods naam
  6. Het belang van Gods Naam
  7. Corona en Gods Naam
  8. Gods Naam
  9. Aanbidding: Eer geven aan God
  10. Aanbidding gegrond op gesonde leer
  11. Roep naast Allah geen ander aan, Hij is jouw Helper
  12. De tawhied is het uitzonderen van Allah in aanbidding, niet alleen in schepping en almacht
  13. Offeren aan een ander dan Allah
  14. Vrij
  15. Nuwe Testamentiese Christenskap